De Indonesische documentaire GARUDA POWER van
de Franse regisseur Bastian Meiresonne maakte onderdeel uit van de OFFICIAL
SELECTION van het CinemAsia Film Festival 2015. Meiresonne is een expert op het
gebied van de Aziatische cinema en GARUDA POWER laat de onbekende wereld van de
Indonesische actiefilms zien vanaf de jaren 20 tot en met het heden. Na de
vertoning van de film ging CinemAsia met de regisseur in gesprek over zijn
nieuwste documentaire en het belang van Aziatische filmfestivals.
Wist u
van het bestaan van het CinemAsia Film Festival?
Nee, om eerlijk te zijn niet. Ik ontdekte het
festival toen ik benaderd werd dat mijn film (GARUDA POWER, red.) geselecteerd
was. Ik heb de film namelijk niet ingestuurd zoals ik dat wel bij andere
festivals gedaan heb. Op deze manier kwam ik achter het bestaan van CinemAsia.
U bent
hier nu bijna een week. Wat is uw indruk van het festival?
Dat klopt, ik ben uitgenodigd om het hele
festival bij te wonen, dus ik heb een goed beeld van het grote geheel gekregen
en daar ben ik heel blij om. Er is een erg goede selectie van films en dat zeg
ik niet omdat mijn film ook geselecteerd is haha. CinemAsia heeft een geweldig
team en ik kan zien dat het festival groeiende is. Er is iets speciaals aan de
hand en ik ben erg blij dat ik hier nu aanwezig mag zijn. Ik heb ook nog even
in de archieven gekeken om te zien welke films ze in het verleden draaiden en
ik moet zeggen dat ze echt fantastisch werk hebben geleverd.
Vindt u
het belangrijk dat er speciale Aziatische filmfestivals bestaan in Europa of in
ieder geval buiten Azië?
Absoluut! Ik werk samen met verschillende
filmfestivals als een consultant en programmeur en ik co-manage een
filmfestival in Frankrijk. Al deze festivals draaien louter Aziatische films. Ik
kan zien hoe moeilijk het is om de nieuwsgierigheid van het publiek vast te
houden of te zorgen dat ze Aziatische films gaan kijken en er door geraakt
worden. In Frankrijk wordt momenteel veel bezuinigd op cultuur en alles wat
niet Frans of Amerikaans is wordt het liefst wegbezuinigd. Ze vragen zich af
wie er überhaupt Aziatische films kijkt. Ik verzet me hier flink tegen en ik
ben daarom erg blij om te zien dat CinemAsia zo’n geweldig publiek heeft met dito
reacties en mensen. Ik kan zien dat mensen hier echt geïnteresseerd zijn in de
Aziatische cinema en dat moeten we zo zien te houden. Ik vind het dus erg
belangrijk dat we zulke filmfestivals hebben, omdat als we de interesse
kwijtraken we in Europa nooit meer Aziatische films te zien krijgen. Zowel niet
meer op televisie als op DVD, het verdwijnt dan gewoon. Niemand weet dat er in
China alleen al zo’n 900 films worden geproduceerd, 600 in Japan, 120 in Korea
en ga zo maar door. Dat zijn gigantische aantallen. En wat krijgen we daarvan,
bijvoorbeeld in Nederland, te zien? Bijna niets. En dan hebben we het nog niet
eens over de gigantische Indiase filmindustrie.
Naast
het regisseren van GARUDA POWER heeft u ook een boek geschreven over de Japanse
regisseur Imamura Shohei. Hoe komt het dat u zo’n brede interesse in de
Aziatische cinema heeft?
Aziatische cinema is van jongs af aan al mijn
grootste passie geweest. Ik probeer op welke manier dan ook de Aziatische
cinema te promoten. Dat kan via internetblogs, het schrijven van een boek, het
maken van een film of het laten zien van films op verschillende festivals. Daar
zit geen limiet op. Ik heb de kans gekregen om hier steeds verder mee door te
kunnen gaan. Ik begon ook met het schrijven over films op internet en voor
filmtijdschriften en later rolde ik in de filmfestival wereld. Elke keer heb ik
getwijfeld om te stoppen, omdat je er geen droog brood mee kan verdienen. Het is
zo moeilijk, maar elke keer ging er voor mij een nieuwe deur open. Zo lang ik
dat kan volhouden blijf ik dit doen. Daarom is mijn werk zo divers.
Laten
we het nu meer over de film hebben. Spreekt u toevallig Indonesisch?
Nee, helemaal niet haha.
Hoe was
het dan om bij de interviews aanwezig te zijn terwijl u niet weet wat er
precies gezegd werd en hoe moeilijk was het om de film op deze manier te
regisseren?
Erg moeilijk, maar we hadden de interviews
goed voorbereid. Mijn hele crew was Indonesisch, omdat ik de film zo
Indonesisch mogelijk wilde maken. Uiteraard zou de film niet perfect
Indonesisch zijn, want ik ben immers een westerling, maar we praatte veel in
het team. Ik vroeg hen om me te helpen om de juiste emoties en het juiste
gevoel uit de antwoorden te destilleren. Ik had één vertaalster bij me op de
set en zij vertaalde alles voor me. Het was erg lastig door het lage budget en
ook de walkie talkies deden het vaak
niet goed. Hierdoor leerde ik echter al wel snel een beetje Bahasa
(Indonesisch, red.) en natuurlijk heb je altijd een paar worden waar je je aan
vast kunt houden. Het aller moeilijkste kwam echter pas bij de montage. Ik had
namelijk zo’n 55 uur aan beeldmateriaal en een hoop verschillende interviews.
Het herschrijven duurde erg lang, omdat ik in de zinnen moest snijden om te
zorgen dat de geïnterviewde zij wat ik wilde dat hij zou uitdrukken in een erg
korte tijdspanne. Dat was een hoop gedoe.
Hoe was
het om met een volledig Indonesische crew te werken?
Het was super, mede omdat ik een hoop
geweldige mensen heb ontmoet. Dit heb ik vooral te danken aan mijn
assistent-regisseur Dimas Jayasrana. Hij heeft fantastisch werk geleverd door
al deze mensen bij elkaar te brengen. Het waren allemaal jonge mensen die al in
de filmindustrie werkten, maar nog niet veel ervaring hadden en dat was precies
wat ik zocht. Ondanks dat ik ze niet heel veel kon betalen door het kleine
budget, werkte ze toch dag en nacht door. Ze vonden het erg leuk om te doen,
vooral ook omdat ze zoveel nieuwe dingen leerden over hun eigen cultuur en
filmgeschiedenis. Dit was erg dierbaar voor ze. Ze deden hun uiterste best voor
me.
Heeft u
de film ook gemaakt om de jongere Indonesische generatie te informeren over de
Indonesische actiefilms of was het slechts voor entertainment en om te lachen
om de oude rolprenten?
Ik maakte de documentaire inderdaad om te
informeren, maar ook om mij eigen passie te delen. Als ik er geïnteresseerd in
ben, dan zullen er ongetwijfeld ook andere zijn die zich hier voor
interesseren. Dat is ook de reden waarom ik een documentaire heb gemaakt en
geen boek. Ik begon overigens met het schrijven van een boek over dit
onderwerp, maar koos uiteindelijk toch voor film, omdat ik daar waarschijnlijk
wereldwijd meer mensen mee zou kunnen bereiken en hopelijk ook mee te raken.
Maar het is ook voor de Indonesiërs, omdat ik er al snel achter kwam dat ze
maar bar weinig wisten over de geschiedenis van de Indonesische actiefilms. De
jongere generaties al helemaal niet.
Koos u
Indonesië alleen omdat het onderdeel van de Aziatische cinema is, of speelt er
iets meer achter? En hoe kwam u uit bij de actiefilms? Was het moeilijk om
juist dit onderwerp te kiezen?
In de jaren negentig en tachtig van de vorige
eeuw keek ik al Indonesische actiefilms die gewoon in Frankrijk, Duitsland en
volgens mij ook in Nederland zijn uitgebracht, maar ik verbond ze niet direct
met de Indonesische cinema. Voor mij waren het gewoon Aziatische films in het
algemeen. Later, in 2007, zag ik in Cannes de film LOVE FOR SHARE en de
rolprent wist me diep te raken. Het was een film uit Indonesië, een land waar
ik vrij weinig over wist. Ik weet veel over de Aziatische cinema en daarom was
het moeilijk om een land te vinden waar ik vrij weinig over wist, maar waarin
wel veel films zijn gemaakt. Het was een persoonlijke uitdaging om uit dit land
veel informatie bij elkaar te vinden. Toen ik onafhankelijke films bestudeerden
keek ik ook een aantal actiefilms en ik vond het erg leuk. Zo begon het
eigenlijk. Toen ik achter de hoeveelheid films kwam en toen ik ontdekte dat in
de jaren twintig en dertig er al films gemaakt werden over Tarzan en Zorro,
wist ik meteen dat ik dit aan het grote publiek moest tonen haha.
U heeft
honderden films gekeken, bijna alle actiefilms die nog beschikbaar zijn. Hoe
moeilijk was het om clips te selecteren voor in uw documentaire?
Heel erg moeilijk! Maar de natuurlijke
selectie zat hem in de kwaliteit van het beeld. Ik heb een hoop films niet
kunnen gebruiken, omdat de kwaliteit niet goed genoeg was om op het grote
scherm te laten zien.
Hoeveel
van de iets meer dan 400 films kon u gebruiken in de documentaire?
Van de ongeveer 440 beschikbare films waren er
zo’n 60 bruikbaar. Uiteraard waren de films uit het begin van deze eeuw
makkelijker aan te komen dan de hele oude, maar toch waren er nog een hoop
films uit deze tijd onvindbaar die ik toch graag in de documentaire wilde
hebben. Uiteindelijk heb ik 37 clips getoond, maar sommige films heb ik
meerdere keren gebruikt hiervoor. Het was dus echt heel moeilijk om te kiezen.
Denkt u
dat door het internationale succes van THE RAID en THE RAID II de Indonesische
actiefilms weer populair worden?
Ja en nee. Distributeurs durven gewoon niet
veel geld te investeren in de filmindustrie. De kans dat je niets meer van je
geld terugziet is groot. Zij weten namelijk ook niet goed hoe ze de film het
beste aan de man kunnen brengen. Vandaar dat het risico dus te groot is.
Sommige hebben het echter wel geprobeerd, maar zij flopte hard. Mede doordat
het verhaal in deze films gewoon erg slecht en stom was en daarom sloegen ze
niet aan. Maar deze flops maken het natuurlijk niet aantrekkelijker voor
bedrijven om te gaan investeren. THE RAID en THE RAID II lieten dus zeker zien
dat het genre nog steeds populair is, maar door het gebrek aan geld zullen er
weinig meer volgen. Ze zijn te duur en het risico is te groot dat er niets aan
verdiend wordt.
(Foto credit: Jessie Yingying Gong / CinemAsia)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten